Ben Visser

De beleving van een Feyenoorder

Rotterdam, 7 mei, 16:15 uur – Het laatste fluitsignaal. 3-0 op het scorebord. Hopelijk een smet op een prachtig jaar. Maar dat voelt nu nog niet zo. Verdriet, boosheid en teleurstelling vieren hoogtij nu. Wat is het toch met Feyenoord dat dit soort dingen blijven gebeuren. Mijn moeder beschreef het mooi. Feyenoord is als dat kleine rotbroertje, doet niks aan school, wil niet werken, heeft een grote mond en toch houd je van hem. Hoe vaak hij ook de mist in gaat, die liefde zit altijd dieper en is altijd sterker dan de teleurstelling. Zelfs als je even het gevoel hebt van niet, het komt altijd terug. Na Excelsior – Feyenoord was dit gevoel er weer. Duizenden Feyenoorders verlaten Rotterdam, verslagen. Er zijn er een aantal die roepen er nu écht klaar mee te zijn. Er zijn er een aantal die schelden. Er zijn er een aantal die zich al oppakken en kijken naar volgende week. Maar het gevoel is gelijk, teleurgesteld, verdriet en verbazing. Dat kleine rotbroertje heeft het weer verziekt.

Overal in Nederland, 7 mei, 18:00 uur – In al deze emotie komt er veel los. Boosheid is daar een voorbeeld van. Zo ook bij mij, en vele anderen. We vloeken er uitgebreid op los. Kevin Blom, Brad Jones, Kunstgras. Ze krijgen allemaal beschrijvingen die je een vieze bak koffie op een willekeurige donderdagmiddag niet zal geven. Vol ontsteltenis ga je naar huis. Op TV uiteraard meer over het (tot nu nog) uitgestelde kampioenschap van Feyenoord. Je snauwt wat over die kwalitatief uitermate teleurstellende NOS en gaat aan het avondeten. De een krijgt geen hap door zijn keel, de ander eet gefrustreerd voor een klein leger. Chagrijnig zit je nog op de bank, je bent even niet op te vrolijken. Niet door je huisdieren, niet door je vrouw en kinderen en zeker niet door de TV. Hoewel langzaam de liefde voor onze club terug sijpelt in je inktzwarte humeur ontken je dit nog even. Je gaat maar naar bed. In de hoop dat je kan slapen.

En dan zie ik op TV lachende mensen die al zingend stenen gooien naar de politie. Zij noemen zich Feyenoorders. Lachende ‘Feyenoorders’. Wat klopt er dan niet in dit plaatje?